Hoogtestage
Atleten leven op een hoogte van 2200 meter voor 4 weken. Ze slapen en trainen op dezelfde hoogte. De hoeveelheid erytrocyten neemt het sterkst toe. Na 2/3 dagen op deze hoogte is de hoeveelheid erythropoetine 50 tot 100% gestegen en op zijn top aan hoeveelheid. De concentratie erythropoetine daalt door de feedback van het lichaam. Hierdoor ontstaan erytrocyten. De afgifte erythropoetine remt. Na 7 dagen bereikt erytrocyten zijn maximale waarde. De verhouding van bloed veranderd. De bloeddikte neemt toe
Concentratie hemoglobine stijgt binnen 2/3 dagen 10 tot 15% ten opzichte van zeeniveau. Deze toename stijgt door de toename van het aantal erytrocyten. Er ontstaat namelijk meer vraag naar de transporteur (hemoglobine).
Resultaat: terug op zeeniveau ontstaat er een onmiddellijke daling erytropoetine. Dit zorgt voor een daling van productie erytrocyten. Het hemoglobinegehalte blijft wel 2 tot 3 weken verhoogd.
Nadeel: kans op verschijnsel Anemie na 1-2 maanden is erg groot door de daling van de EPO-activiteit. De daling na 2/3 weken van het hemoglobinegehalte in het bloed heeft als gevolg, dat de prestatie na 1-2 maanden achteruitgaan.
Conclusie: door klassieke hoogtetraining neemt het prestatievermogen op zeeniveau af. De intensiteit neemt af, waardoor de trainingsbelasting ook afneemt.